Omdat bij beginners meestal met een recurve boog geschoten wordt, wordt deze hieronder iets uitgebreider beschreven. De boog bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Werparm boven en onder, zijn de actieve delen van de boog
2. Oplegger, hier komt de pijl op te liggen
3. Middenstuk, basis van de boog
4. Handgreep, het handvat van de boog
5. De pees, hier wordt de pijl op bevestigd. Door de pees uit te trekken en los te laten gaat de pijl naar voren
6. Nokpunt, hier ‘klik’ je de pijl vast, zodat de pijl niet van de boog af valt.
De pijl
Behalve een boog gebruiken we natuurlijk ook pijlen. De pijl bestaat, meestal, uit een holle schacht met aan de ene kant een metalen punt en aan het andere einde een kunststof nok. In de nok zit een gleuf waar de pees weer in past. Sommige schachten zijn gemaakt van hout. Deze worden voornamelijk gebruikt door de traditionele handboogschutters, waaronder de Long Bow schutters. De meeste schachten worden echter gemaakt van een aluminiummengsel of een combinatie van een dun aluminium buisje omhuld door een dun laagje glasvezel carbon. De veertjes aan het einde van de pijl zorgen ervoor dat de pijl tijdens de vlucht in balans blijft (dus niet gaat wiebelen) en houden de pijl in evenwicht. De pijlpunt is zwaar, dus zonder de veertjes is de pijl niet in evenwicht.
Pijllengte
Pijlen zijn er in allerlei lengtes. De pijl heeft de volgende onderdelen:
1. Nok, voor de bevestiging aan de boog
2. Bevedering (veren), stabiliseren van de pijl en het compenseren van de zwaardere pijlpunt
3. Index veer (hanen veer), is de veer die haaks op de nokgroef staat en wijst van de boog af als de pijl is genokt (vast zit) aan de pees van de boog, deze heeft meestal een andere kleur
4. Schacht, wordt gemaakt van diverse materialen
5. Pijlpunt, gemaakt van staal en messing