De pijl en boog is een van de oudste wapens die de mensheid kent. De mens in de prehistorie gebruikte dit wapen om zich te verdedigen in zijn vijandige omgeving en (ook belangrijk) om ervoor te zorgen dat hij zich kon verzekeren van voedsel. Meestal werd hout gebruikt bij het maken van pijlen en bogen. Hout vergaat en dat is de reden waarom wij het gebruik van de boog door de prehistorische mens, slechts terugvinden op de rotsgravures en rotsschilderingen. Deze tekeningen zijn te vinden in Zuid-Frankrijk, Spanje, de Sahara en Namibië.
Vuurstenen pijlpunten
Alleen de vuurstenen pijlpunten getuigen ons van het bestaan en gebruik van pijl en boog. Egyptenaren, Scythen, Assyriërs en Babyloniërs bezaten hele legioenen handboogschutters, regelmatig ook op paarden. De oorlogsbogen waren vaak kort van model omdat ze zo beter van een paard konden schieten. Er waren zelfs mensen die hun paard met de benen konden besturen, om dan zo de handen vrij te houden voor het schieten van de boog.
Soorten bogen
Er waren twee bogen te onderscheiden in de middeleeuwen, de korte en de lange boog. De lange boog (Long Bow) werd gebruikt bij de lopende soldaten. De lange boog schoot een stuk verder en werd veel door de Vikingen gebruikt. De korte boog werd gebruikt op het paard. Met de invoering van de vuurwapens verdween eerste de kruisboog en daarna de handboog als oorlogswapen. Op dit moment gebruiken de Pygmeeën in Zuid Afrika en de Amazone indianen de boog nog steeds als jachtwapen. Het materiaal wat gebruikt werd voor het maken van bogen was afhankelijk van wat de mensen vonden of ruilden. Zo zijn er bogen van hout, bamboe, walvisbeen en hoorn gemaakt. De boog werd op veel plekken in de wereld gebruikt. In het regenwoud, op de poolcirkels, in open terrein en in dichtbebost terrein. De boog was ook een populair wapen vanwege de nauwkeurigheid waarmee een pijl kon worden geschoten en vanwege de reikwijdte (de pijlen konden wel verder dan 200 meter worden geschoten). Toen er steeds meer vuurwapens (geweren, pistolen enz.) werden gebruikt, is het schieten met de hand- en kruisboog een aangelegenheid geworden van schuttersgilden, die vooral in de 16e eeuw tot grote bloei kwamen. In de late middeleeuwen ontstonden op het platteland schutterijen, het handboogschieten werd nu meer een SPORT. Na een vervalperiode in de 18e eeuw werden vooral in Nederland van 1800 tot 1900 de schutterijen opgenomen in de militaire organisatie. Na de eerste wereldoorlog werden talrijke oude gilden opnieuw ingericht. De handboogsport als moderne wedstrijdsport ontwikkelde zich voor het eerst sterk in Engeland. Tegen het einde van de 18e eeuw werden daar al wedstrijden gehouden. In Amerika werd in 1820 het Verenigde Boogschuttersgilde van Philadelphia (The Philadelphia Bowman) opgericht. Tussen die beginjaren en de tegenwoordige tijd is er wel het een en ander veranderd. Nu zijn er enige honderdduizenden handboogsporters verdeeld over bijna 100 landen! Deze landen zijn aangesloten bij de FITA.